De Braderie

Juni 2012 voor Omkoal.nl

Vandaag kijk ik op van de drukte in het dorp, er blijkt braderie te zijn. Normaal kun je op zaterdagochtend door het dorp wandelen zonder te “schuifelen” maar vandaag gaat dat niet lukken. Het blijkt dat juni zo’n beetje de start is van het braderieseizoen en als het dan eindelijk juni is dan komen de liefhebbers weer uit hun winterslaap om massaal inkopen te doen op de braderie. Volgens criticasters niet meer dan een rommelmarkt met nieuw verpakte troep, voor veel anderen is het folklore waarvan de honger nauwelijks is te stillen.

Dat de braderie van origine een Belgische aangelegenheid is (bron: wikipedia) lijkt hen niets te schelen maar zouden de Belgen de braderie zo hebben bedoeld, zoals de braderie van vandaag? Ik zie geen standjes met mooie bourgondische waar, geen curiosa, geen antiek van betekenis, geen troubadour met franse chansons. Ik zie speelgoed wat batterijen vreet, kleding die je niet te vaak moet wassen, poffertjes, hamburgers, “gouden” kettingen die je per meter kunt kopen en mensen die wat van je willen, een abonnementje, een goed doel hier een goed doel daar en niet te vergeten één van de hoogtepunten, de muzikale omlijsting van het geheel door de plaatselijke fanfare!

Ondanks een recessie die volgens de media genadeloos is en daardoor onontkoombaar blijkt te zijn voor alle burgers, lopen er vandaag weer hordes mensen te “schuifelen” over de braderie. Ik vraag mij af, waarom in godsnaam!? Ik mijmer, denk en plots schiet het mij te binnen, terwijl ik onder het genot van een Belgisch biertje met mijn vrouw en kinderen op een terras zit om de drukte te aanschouwen. De Belgen zijn Bourgondiërs zij houden van lekker eten en drinken maar bovenal van gezelligheid en samenzijn. Dan blijkt deze braderie toch bijna een kopie van die van de Belgen,
oké, op een enkel puntje na dan…

Wij gaan eigenlijk niet naar de braderie om troep te kopen en we zouden daar ook geen Belgische curiosa kopen. Dat doen de Belgen zeer waarschijnlijk ook niet.
Hoogstens lopen we ergens “per ongeluk” tegenaan waarvan de aantrekkingskracht net iets te groot bleek en waar wij achteraf van dachten, tsja, wat moet ik er mee.
Nee, wij gaan er naar toe omdat er voor de rest nooit wat gebeurd in de het dorp of gehucht waar wij in wonen en als er dan wat gebeurd dan willen wij daar bij zijn, kosten wat het kost. Wij willen graag een praatje maken met bekenden, wij willen graag mensen kijken, even pronken met onze nieuwe outfit, kapsel of scootmobiel, waarom? Omdat wij mensen zijn, net als de Belgen.

Proost,

Marcel Smit